Skip to main content
Terug

Overgangsfase

Per 1 januari 2026 moeten organisaties die CZO-erkend willen blijven of worden, een functionerend integraal kwaliteitszorgsysteem voor de CZO-zorgopleidingen hebben ingevoerd. Omdat alle CZO-zorgopleidingen en organisaties nog in de implementatiefase zitten van zowel een integraal kwaliteitszorgsysteem als het EPA-gericht opleiden, geldt tot 1 januari 2026 een overgangsfase.

In de overgangsregeling CZO 2023 - 2026 wordt de overgangsfase uitgebreid beschreven.  

Het CZO houdt tijdens de overgangsfase toezicht door bij organisaties de ontwikkeling van een integraal kwaliteitszorgsysteem voor CZO-zorgopleidingen te monitoren. Het monitoren start met een nulmeting*. In het normenkader is CZO-kwaliteitsdomein 1 (en de daarbij horende standaarden) uitgewerkt in drie ontwikkelingsniveaus. Deze ontwikkelingsniveaus geven weer in welke mate de organisatie op weg is naar een integraal kwaliteitszorgsysteem: onvoldoende ontwikkeling, in ontwikkeling, voldoet aan de eisen van systeemtoezicht. Door te voldoen aan de standaarden van kwaliteitsdomein 1 voldoet de organisatie ook aan kwaliteitsdomeinen 2, 3 en 4 en de bijbehorende standaarden. Organisaties worden door het CZO uitgenodigd voor de nulmeting.

Voorwaardelijke erkenning

Het CZO geeft tijdens de overgangsfase een voorwaardelijke erkenning op organisatieniveau af. 

Organisaties die EPA-gericht opleiden en al erkend waren door het CZO voor één of meer EPA-gerichte leerroutes, zijn per 5 juni 2023 ‘voorwaardelijk erkend op organisatieniveau’. Een (voorwaardelijke) erkenning op organisatieniveau betekent dat de organisatie alle leerroutes (kernleerroutes, specifieke leerroutes en losse EPA’s) mag aanbieden. Deze voorwaardelijke erkenning is geldig gedurende de gehele overgangsfase, dus tot 1 januari 2026. Organisaties met een voorwaardelijke erkenning op organisatieniveau worden door het CZO uitgenodigd voor de nulmeting. Na een positief besluit op de nulmeting mogen organisaties met een voorwaardelijke erkenning ook niet-EPA-gerichte opleidingen aanbieden.

Eerste erkenningsaanvraag 

Organisaties kunnen pas een erkenning aanvragen als de organisatie is toegelaten tot het CZO-opleidingsstelsel. Toegelaten organisaties komen in aanmerking voor een voorwaardelijke erkenning op organisatieniveau. Zij kunnen een erkenningsaanvraag op organisatieniveau indienen, waarna de nulmeting - door het CZO - start. Een positief besluit op de nulmeting betekent dat de organisatie alle niet-EPA-gerichte opleidingen en alle leerroutes (kernleerroutes, specifieke leerroutes en losse EPA’s) mag aanbieden.

Nulmeting 

Organisaties worden door het CZO uitgenodigd voor de nulmeting*. Deze nulmeting geldt zowel voor organisaties met een voorwaardelijke erkenning op organisatieniveau als voor organisaties met een erkenning op opleidingsniveau. De nulmeting begint voor de organisatie met het invullen van een erkenningsaanvraag in ‘mijnczo’ - door de contactpersoon erkenning & audits (CEA). CZO-adviseurs en auditoren doen een bureaubeoordeling van de ingevulde erkenningsaanvraag en geven een waarderend advies aan de betreffende organisatie op basis van de bureaubeoordeling. De CZO-adviseur en auditoren adviseren de directeur CZO over de besluitvorming ten aanzien van de nulmeting.

NB Bij het indienen van de erkenningsaanvraag voor de nulmeting dient de rvb de erkenningsaanvraag in 'mijnczo' goed te keuren. Gebeurt dit niet, dan is de nulmeting niet zichtbaar voor het CZO.

Organisaties die geen lid zijn van NFU, NVZ of RAV betalen voor de nulmeting (erkenning op organisatieniveau). U vindt de kosten hier. 

De directeur CZO besluit wat de uitkomst is van de nulmeting. Er zijn drie mogelijke uitkomsten van de nulmeting in de overgangsfase: 

1. De beoordeling is dermate positief dat er door het CZO een audit wordt gedaan om te beoordelen of de organisatie voldoet aan de eisen voor systeemtoezicht. Bij een positieve audit krijgt de organisatie een CZO-erkenning op organisatieniveau.    

2. De beoordeling toont aan dat de organisatie zich goed ontwikkelt richting systeemtoezicht, maar nog niet aan alle eisen voldoet. Daarom blijft de voorwaardelijke erkenning van kracht gedurende de overgangsfase - en totdat de audit volgens de auditcyclus heeft plaatsgevonden.    

3. De beoordeling toont aan dat de organisatie zich onvoldoende ontwikkelt richting systeemtoezicht, en dat leidt ertoe dat het CZO bindende voorwaarden stelt aan de voorwaardelijke erkenning. De bindende voorwaarden zijn voor het CZO een manier om een scherper zicht te krijgen op de ontwikkeling van de organisatie naar systeemtoezicht.De voorwaardelijke erkenning blijft wel van kracht. Dit geldt alléén voor organisaties die al in het bezit zijn van een voorwaardelijke erkenning. Nieuwe organisaties worden bij onvoldoende ontwikkeling richting systeemtoezicht niet (voorwaardelijk) erkend. Wel kunnen bindende voorwaarden afgegeven worden.

N.B. Een (voorwaardelijke) ‘erkenning op organisatieniveau’ kan worden ingetrokken of niet worden verstrekt wanneer het CZO constateert dat een organisatie niet voldoet aan de erkennings- en opleidingseisen (zie reglement toezicht). 

image

Zie in bovenstaande tabel de planning per regio. Bekijk hier onder welke regio uw organisatie valt. Er gelden enkele uitzonderingen:

  • Organisaties die alleen een erkenning voor de wondverpleegkundige hebben, plannen we in rond/vanaf mei 2025, de exacte planning is nog niet bekend.
  • Organisaties die onder de GGD GHOR vallen, zullen vooralsnog niet worden uitgenodigd voor het indienen van de erkenningsaanvraag ten behoeve van de nulmeting.

De deadline voor de nulmeting bij opleidingsinstituten ligt ook in 2025. Wij zullen organisaties tijdig informeren.

Na de nulmeting 

Organisaties die na een nulmeting (voorwaardelijk) erkend zijn op organisatieniveau mogen alle niet-EPA-gerichte opleidingen en alle leerroutes (kernleerroutes, specifieke leerroutes en losse EPA’s) aanbieden.