Het kaders stellen is gericht op:
a. Toelaten van kernleerroutes en nieuwe EPA's op basis van het reglement toelating & beëindiging opleidingen, kernleerroutes en losse EPA’s (het toelatingskader). Het reglement beschrijft de toelatingscriteria waaraan opleidingen, leerroutes en EPA’s moeten voldoen om toegang te krijgen tot het landelijke CZO-opleidingsstelsel.
b. Opstellen van landelijke opleidingseisen met als doel effectief en eenduidig opgeleide zorgprofessionals. Een diploma of certificaat voor een CZO-zorgopleiding heeft civiel effect. Dat betekent dat de waarde van een opleiding, kernleerroute of EPA landelijk wordt herkend en erkend. De opleidingseisen borgen het civiel effect.
c. Opstellen van landelijke erkenningseisen op voor de zorgorganisaties en opleidingsinstituten die de opleidingen en leerroutes verzorgen, in het kader van toezicht.
d. Kwalificeren van opleidingen en leerroutes: inschaling bij Nationaal Coördinatiepunt NLQF.
e. Vaststellen/herzien van examenreglement radiodiagnostisch/radiotherapeutisch laborant en medisch nucleair werker.
Raad van advies
De CZO-adviseurs worden – voor het kaderstellen – ter zijde gestaan door een raad van advies. Het doel van de raad van advies is om de kaders voor een samenhangend en flexibel stelsel van (vervolg)opleidingen in de zorg te bewaken en om hier strategische adviezen over te geven. Landelijke erkenningseisen en opleidingseisen moeten stimuleren en faciliteren dat opleidingen goed aansluiten op ontwikkelingen in zorgvraag, arbeidsmarkt, organisatie van zorg, beroepsgroepen en technologie. De raad van advies adviseert de directeur van het CZO op strategisch niveau.